Les 36. Mijn heiligheid omsluit al wat ik zie.
Mijn heiligheid omsluit al wat ik zie.
1. Het idee voor vandaag breidt dat van gisteren uit van de waarnemer tot het waargenomene. Je bent heilig omdat jouw denkgeest deel is van die van God. En omdat jij heilig bent, moet ook jouw zicht heilig zijn. ‘Zondeloos’ betekent zonder zonde. Je kunt niet een beetje zonder zonde zijn. Je bent zondeloos of niet. Als je denkgeest deel is van die van God, moet je wel zondeloos zijn, anders zou een deel van Zijn Denkgeest zondig zijn. Jouw zicht staat met Zijn Heiligheid in verband, niet met je ego en dus ook niet met jouw lichaam.
2. Voor vandaag zijn vier oefenperioden van drie tot vijf minuten nodig. Probeer ze redelijk gelijkmatig te verdelen, en doe de korte oefeningen regelmatig, om je bescherming de hele dag door te beschermen. De langere oefenperioden dienen als volgt gedaan te worden:
3. Sluit eerst je ogen en herhaal een paar maal langzaam het idee voor vandaag. Open dan je ogen en kijk heel rustig om je heen, waarbij je het idee specifiek toepast op alles wat je terloops opmerkt. Zeg bijvoorbeeld:
Mijn heiligheid omsluit dat tapijt.
Mijn heiligheid omsluit die muur.
Mijn heiligheid omsluit deze vingers.
Mijn heiligheid omsluit die stoel.
Mijn heiligheid omsluit dat lichaam.
Mijn heiligheid omsluit deze pen.
Sluit tijdens deze oefenperioden verschillende keren je ogen en herhaal het idee voor jezelf. Open je ogen dan weer en ga verder zoals eerder.
4. Wat de korte oefenperioden betreft: sluit je ogen en herhaal het idee, kijk om je heen terwijl je het opnieuw herhaalt, en eindig met nog een herhaling met gesloten ogen. Alle toepassingen moeten vanzelfsprekend heel rustig worden uitgevoerd, met zo min mogelijk inspanning of haast.
Uit: Een cursus in wonderen, Werkboek les 36, Helen Schucman, Uitgeverij: Ankh Hermes.