Les 38. Er is niets wat mijn heiligheid niet kan.
Er is niets wat mijn heiligheid niet kan.
1. Jouw heiligheid draait al de wetten van de wereld om. Ze overstijgt elke beperking van tijd, ruimte en afstand en iedere soort grenzen. Jouw heiligheid is in haar macht volkomen onbegrensd, omdat ze jou bekrachtigt als Zoon van God, één met de Denkgeest van zijn Schepper.
2. Door jouw heiligheid wordt de macht van God gemanifesteerd. Door jouw heiligheid wordt de macht van God beschikbaar. En er is niets wat de macht van God niet vermag. Jouw heiligheid kan daarom alle pijn wegnemen, alle leed beëindigen en alle problemen oplossen. Ze kan dit doen met betrekking tot jezelf en ieder ander. Ze heeft dezelfde macht om iedereen te helpen, omdat ze dezelfde macht heeft iedereen te verlossen.
3. Als jij heilig bent, dan is alles wat God geschapen heeft dat ook. Jij bent heilig, omdat al wat Hij geschapen heeft heilig is. En al wat Hij geschapen heeft is heilig, omdat jij dat bent. In de oefeningen van vandaag zullen we de macht van jouw heiligheid benutten voor alle problemen, moeilijkheden of lijden, in iedere vorm waar je toevallig aan denkt, van jezelf of iemand anders. We zullen hierin geen onderscheid maken, omdat er geen onderscheid is.
4. Herhaal in de vier langere oefenperioden, die elk bij voorkeur een volle vijf minuten moeten duren, het idee voor vandaag, sluit je ogen en onderzoek dan je denkgeest op enig gevoel van verlies of droefheid, zoals jij dat ziet. Probeer zo min mogelijk onderscheid te maken tussen een situatie die moeilijk is voor jou en een die moeilijk is voor iemand anders. Duid de situatie concreet aan, en noem ook de naam van de betreffende persoon. Gebruik bij het toepassen van het idee voor vandaag de volgende vorm:
In de situatie met betrekking tot _________ waarin ik mezelf zie, is er niets wat mijn heiligheid niet kan.
In de situatie met betrekking tot _________ waarin _________ zichzelf ziet, is er niets wat mijn heiligheid niet kan.
5. Misschien wil je van tijd tot tijd deze werkwijze variëren en enkele relevante gedachten van jezelf eraan toevoegen. Zo kun je er bijvoorbeeld gedachten bij opnemen als:
Er is niets wat mijn heiligheid niet kan, want daarin ligt de macht van God.
Breng elke variatie aan die je aanspreekt, maar houd de oefeningen geconcentreerd op het thema: ‘Er is niets wat mijn heiligheid niet kan.’ Het doel van de oefeningen van vandaag is jou geleidelijk het gevoel in te prenten dat je over alle dingen heerschappij hebt, op grond van wat jij bent.
6. Gebruik het idee in de veelvuldige korte oefeningen in zijn oorspronkelijke vorm, tenzij een specifiek probleem rond jou of iemand anders ontstaat, of in je denkgeest opkomt. Hanteer in dat geval de meer toegespitste vorm van het idee en pas het daarop toe.
Uit: Een cursus in wonderen, Werkboek les 38, Helen Schucman, Uitgeverij: Ankh Hermes.