Les 37. Mijn heiligheid zegent de wereld.
Mijn heiligheid zegent de wereld.
1. In dit idee schuilt de eerste glimp van je werkelijke functie in de wereld, de reden waarom jij hier bent. Jouw doel is het de wereld via je eigen heiligheid te zien. Zo worden jij en de wereld tezamen gezegend. Niemand verliest, er wordt niemand iets ontnomen, iedereen wint bij jouw heilige visie. Het markeert het einde van offers, omdat het iedereen alles geeft waar hij recht op heeft. En ieder komt alles toe omdat het zijn geboorterecht is als Zoon van God.
2. Er is geen andere manier om het idee van offeren uit het denken van de wereld te verwijderen. Elke andere manier van zien zal onherroepelijk een prijs verlangen van iemand of iets. Als gevolg daarvan zal de waarnemer verlies lijden. En hij zal er geen idee van hebben waarom hij verliest. Maar dankzij jouw visie wordt hij zich opnieuw van zijn heelheid bewust. Jouw heiligheid zegent hem door niets van hem te vragen. Wie zichzelf als heel ziet, stelt geen eisen.
3. Jouw heiligheid is de verlossing van de wereld. Ze laat je de wereld onderwijzen dat ze één met je is, niet door tegen haar te preken, noch door haar iets te vertellen, maar gewoon door jouw stille inzicht dat in jouw heiligheid alle dingen samen met jou gezegend zijn.
4. De vier langere oefenperioden van vandaag, die elk drie tot vijf minuten moeten duren, beginnen met de herhaling van het idee voor vandaag, gevolgd door ongeveer een minuut waarin je om je heen kijkt en het idee toepast op wat je maar ziet:
Mijn heiligheid zegent deze stoel.
Mijn heiligheid zegent dat raam.
Mijn heiligheid zegent dit lichaam.
Sluit dan je ogen en pas het idee toe op elke persoon aan wie je moet denken, waarbij je zijn naam noemt en zegt:
Mijn heiligheid zegent jou, [naam].
5. Je kunt de oefenperiode met gesloten ogen voortzetten; je kunt je ogen weer opendoen en het idee voor vandaag op je buitenwereld toepassen als je dat wenst; je kunt het idee afwisselend toepassen op wat je om je heen ziet en wie in je gedachten zijn; of je kunt elke combinatie van deze twee fasen van toepassing gebruiken die je voorkeur heeft. Sluit de oefenperiode af met een herhaling van het idee met je ogen gesloten, onmiddellijk gevolgd door nog een, met je ogen open.
6. De korte oefeningen bestaan uit het herhalen van het idee zo vaak je kunt. Het is vooral nuttig het in stilte toe te passen op iedereen die je ontmoet, waarbij je zijn naam noemt wanneer je dat doet. Het is van groot belang het idee te gebruiken wanneer iemand een vijandige reactie in jou lijkt op te roepen. Schenk hem onmiddellijk de zegen van jouw heiligheid, zodat jij leert die in je eigen bewustzijn te bewaren.
Uit: Een cursus in wonderen, Werkboek les 37, Helen Schucman, Uitgeverij: Ankh Hermes.