Les 42. God is mijn kracht. Visie is Zijn geschenk.
God is mijn kracht. Visie is Zijn geschenk.
1. Het idee voor vandaag combineert twee heel krachtige gedachten, die beide van het grootste belang zijn. Het beschrijft ook een oorzaak-en-gevolgrelatie die duidelijk maakt waarom jij niet kunt falen in je pogingen het doel van de cursus te bereiken. Jij zúlt zien, omdat het de Wil van God is. Het is Zijn kracht, niet de jouwe, die jou kracht verleent. En het is Zijn geschenk, niet het jouwe, dat jou visie geeft.
2. God is inderdaad jouw kracht, en wat Hij geeft, is waarlijk gegeven. Dit betekent dat jij het op elk moment en elke plek ontvangen kunt, waar en in welke omstandigheden jij je ook bevindt. Jouw reis door tijd en ruimte is niet willekeurig. Je kunt niet anders dan op het juiste moment op de juiste plaats zijn. Zo werkt de kracht van God. Zo zijn Zijn gaven.
3. We zullen vandaag twee oefenperioden van drie tot vijf minuten doen, een liefst vlak na het ontwaken, en een liefst vlak voor het slapen gaan. Het is overigens beter te wachten tot een moment dat je rustig alleen kunt zitten en je er klaar voor voelt, dan je zorgen te maken over het tijdstip op zich.
4. Begin deze oefenperioden met het idee voor vandaag langzaam met je ogen open te herhalen, en kijk om je heen. Sluit je ogen dan en herhaal het idee nogmaals, nog langzamer dan tevoren. Probeer hierna niets anders te denken dan de gedachten die bij je opkomen in relatie tot het idee voor deze dag. Je zou bijvoorbeeld kunnen denken:
Visie moet mogelijk zijn. God geeft waarlijk,
of:
Gods gaven aan mij moeten wel van mij zijn, omdat Hij ze mij gaf.
5. Elke gedachte die duidelijk verband houdt met het idee voor vandaag is geschikt. Het zou je wel eens kunnen verbazen hoeveel inzicht dat met de cursus verband houdt sommige van je gedachten bevatten. Laat ze zonder enige censuur komen, tenzij je merkt dat je denkgeest alleen maar afdwaalt en je overduidelijk irrelevante gedachten hebt laten binnenkomen. Je kunt ook een punt bereiken waarop er helemaal geen gedachten meer in je denkgeest schijnen op te komen. Als zo’n stagnatie zich voordoet, open dan je ogen en herhaal het idee nog een keer, terwijl je langzaam om je heen kijkt; sluit je ogen, herhaal het idee nogmaals en ga dan verder met zoeken naar verwante gedachten in je denkgeest.
6. Let er echter op dat actief zoeken naar relevante gedachten niet past bij de oefeningen van vandaag. Probeer enkel een stap terug te doen en de gedachten te laten komen. Als je dit moeilijk vindt, is het beter de oefenperiode te gebruiken voor een langzame herhaling van het idee met afwisselend open en gesloten ogen, dan je in te spannen om geschikte gedachten te vinden.
7. Het aantal korte oefenperioden waarvan je vandaag profijt kunt hebben kent geen limiet. Het idee voor vandaag is een eerste stap om gedachten samen te brengen en jou te leren dat je een eenduidig denksysteem aan het bestuderen bent, waaraan niets ontbreekt wat nodig is, en waarin niets is opgenomen wat tegenstrijdig is of irrelevant.
8. Hoe vaker jij het idee vandaag herhaalt, des te vaker zul je jezelf te binnen brengen dat het doel van de cursus belangrijk voor jou is en dat je het niet vergeten bent.
Uit: Een cursus in wonderen, Werkboek les 42, Helen Schucman, Uitgeverij: Ankh Hermes.