18 januari 2019

Les 19. Ik ben niet de enige die de gevolgen ervaart van mijn gedachten.

Ik ben niet de enige die de gevolgen ervaart van mijn gedachten.

1. Het idee van vandaag is natuurlijk de reden waarom jouw manier van zien niet alleen op jou invloed heeft. Je zult opmerken dat de ideeën die verband houden met denken soms voorafgaan aan die met betrekking tot waarnemen, terwijl op andere momenten de volgorde omgekeerd is. De reden daarvoor is dat de volgorde niet uitmaakt. Denken en de resultaten daarvan zijn in feite gelijktijdig, want oorzaak en gevolg zijn nooit gescheiden.
2. We beklemtonen vandaag opnieuw het feit dat denkgeesten verbonden zijn. In het begin is dit idee zelden helemaal welkom, want het lijkt een enorm gevoel van verantwoordelijkheid met zich mee te brengen, en kan zelfs beschouwd worden als een ‘inbreuk op je privacy’. Toch is het een feit dat er geen privé-gedachten bestaan. Ondanks je aanvankelijke weerstand tegen dit idee zul je uiteindelijk begrijpen dat dit wel waar moet zijn, wil verlossing überhaupt mogelijk zijn. En verlossing moet mogelijk zijn, want het is de Wil van God.
3. Het gedachtenonderzoek van ongeveer een minuut dat de oefeningen van vandaag vragen, moet met gesloten ogen worden uitgevoerd. Herhaal eerst het idee van vandaag en onderzoek dan je denkgeest zorgvuldig op de gedachten die er op dat moment in aanwezig zijn. Noem ze elk, terwijl je ze in ogenschouw neemt, naar de hoofdpersoon of het hoofdthema erin en zeg, terwijl je ze aldus in je aandacht vasthoudt: 
Ik ben niet de enige die de gevolgen ervaart van deze gedachte over _________ .
4. Inmiddels moet de noodzaak om de onderwerpen voor de oefenperioden met zo min mogelijk onderscheid te kiezen, je wel heel vertrouwd zijn en daarom zal dit niet meer elke dag worden herhaald, hoewel het af en toe nog als geheugensteuntje wordt vermeld. Maar vergeet niet dat het willekeurig kiezen van onderwerpen voor alle oefenperioden steeds essentieel blijft. Het ontbreken van een rangorde in dit verband zal je uiteindelijk de betekenis van het ontbreken van een rangorde bij wonderen laten inzien.
5. Afgezien van de toepassing van het idee van vandaag ‘naar behoefte’, zijn tenminste drie oefenperioden vereist, waarvan de tijdsduur, indien nodig, kan worden bekort. Probeer er niet meer dan vier.
Uit: Een cursus in wonderen, Werkboek les 19, Helen Schucman, Uitgeverij: Ankh Hermes.