Les 30. God is in alles wat ik zie, want God is in mijn denkgeest.
God is in alles wat ik zie, want God is in mijn denkgeest.
1. Het idee voor vandaag is de springplank naar visie. Vanuit dit idee zal de wereld voor jou opengaan, en je zult naar haar kijken en in haar zien wat je nooit eerder hebt gezien. En wat jij vroeger zag, zal dan zelfs niet eens vagelijk zichtbaar voor je zijn.
2. Vandaag proberen we een nieuw soort ‘projectie’ te hanteren. We proberen ons niet te ontdoen van wat we niet prettig vinden door het buiten ons te zien. In plaats daarvan proberen we in de wereld te zien wat zich in onze denkgeest bevindt, en wat we willen zien is er ook. Zodoende proberen we ons te verbinden met wat we zien, in plaats van het van ons af te houden. Dat is het fundamentele verschil tussen visie en de manier waarop jij ziet.
3. Het idee van vandaag moet de hele dag zo vaak mogelijk worden toegepast. Wanneer je maar even een moment hebt, herhaal het dan langzaam voor jezelf, terwijl je om je heen kijkt en probeert te beseffen dat het idee voor alles geldt wat je nu ziet of nu zou kunnen zien, als het zich in je gezichtsveld bevond.
4. Ware visie is niet beperkt tot begrippen als ‘dichtbij’ en ‘veraf’. Om je aan dit idee te helpen wennen, moet je bij het toepassen van het idee van vandaag proberen zowel aan dingen te denken die buiten je huidige blikveld liggen als aan dingen die je daadwerkelijk kunt zien.
5. Ware visie wordt niet alleen niet door ruimte en afstand beperkt, maar is ook allerminst op de ogen van het lichaam aangewezen. Haar enige bron is de denkgeest. Om je te helpen ook meer aan dit idee gewend te raken, moet je er verscheidene oefenperioden aan wijden het idee van vandaag met gesloten ogen toe te passen, waarbij je elk onderwerp dat maar in je denkgeest opkomt gebruikt, en in plaats van naar buiten naar binnen kijkt. Het idee van vandaag geldt voor beide evenzeer.
Uit: Een cursus in wonderen, Werkboek les 30, Helen Schucman, Uitgeverij: Ankh Hermes.