Les 29. God is in alles wat ik zie.
God is in alles wat ik zie.
1. Het idee voor vandaag verklaart waarom je in elk ding de totale bedoeling kunt zien. Het verklaart waarom niets afgezonderd is, op zichzelf of in zichzelf. En het verklaart waarom niets wat jij ziet iets betekent. In feite verklaart het elk idee dat we tot nu toe gehanteerd hebben en ook alle volgende. Het idee van vandaag vormt de algehele basis voor visie.
2. Je zult dit idee waarschijnlijk op dit moment erg moeilijk te vatten vinden. Misschien vind je het gek, oneerbiedig, onzinnig, grappig of zelfs aanstootgevend. Inderdaad, God is niet in bijvoorbeeld een tafel zoals jij die ziet. Toch beklemtoonden we gisteren dat een tafel in de bedoeling van het universum deelt. En wat in de bedoeling van het universum deelt, deelt in de bedoeling van de Schepper daarvan.
3. Probeer er dan vandaag een begin mee te maken te leren hoe jij met liefde, waardering en een open denkgeest naar alle dingen kunt kijken. Je ziet ze nu niet. Weet je wel wat ze bevatten? Niets is zoals het zich aan jou voordoet. De heilige bedoeling ervan ligt achter jouw beperkte horizon. Zodra visie jou de heiligheid getoond heeft die de wereld verlicht, zul je het idee van vandaag volmaakt begrijpen. En je zult niet begrijpen hoe je het ooit moeilijk hebt kunnen vinden.
4. Onze oefenperioden, zes maal twee minuten vandaag, dienen een inmiddels bekend patroon te volgen: begin met het idee voor jezelf te herhalen en pas het dan toe op willekeurig gekozen voorwerpen om je heen, die je elk specifiek bij name noemt. Probeer de neiging te onderdrukken de keuze zelf te sturen, wat in verband met het idee van vandaag bijzonder aanlokkelijk kan zijn, omdat het je zo volkomen vreemd is. Vergeet niet dat elke rangorde die jij oplegt, even vreemd is aan de werkelijkheid.
5. Je lijst van voorwerpen moet daarom zoveel mogelijk vrij zijn van zelfgemaakte keuzes. Een geschikte lijst kan bijvoorbeeld bevatten:
God is in deze kleerhanger.
God is in dit tijdschrift.
God is in deze vinger.
God is in deze lamp.
God is in dat lichaam.
God is in die deur.
God is in die prullenmand.
Herhaal het idee voor vandaag, naast de aangegeven oefenperioden, minstens eenmaal per uur, terwijl je langzaam om je heen kijkt en de woorden zonder haast voor jezelf uitspreekt. Je zou, terwijl je dit doet, minstens een of twee keer een vredig gevoel moeten ondervinden.
Uit: Een cursus in wonderen, Werkboek les 29, Helen Schucman, Uitgeverij: Ankh Hermes.