12 maart 2019

Les 71. Alleen Gods verlossingsplan zal werken.

Les 71. Alleen Gods verlossingsplan zal werken.

Alleen Gods verlossingsplan zal werken.

1. Misschien is het je ontgaan dat het ego een verlossingsplan heeft opgesteld, tegengesteld aan dat van God. Dit is het plan waarin jij gelooft. Omdat het ‘t tegendeel is van dat van God, geloof jij ook dat het betekent dat je verdoemd bent wanneer je Gods plan in plaats van dat van het ego aanvaardt. Dit klinkt natuurlijk absurd. Maar nadat we bekeken hebben wat het plan van het ego precies inhoudt, zul je misschien inzien dat jij er toch in gelooft, hoe absurd het ook mag zijn.
2. Het verlossingsplan van het ego draait om het vasthouden aan grieven. Het stelt dat jij verlost bent, als iemand anders maar anders zou spreken of handelen, of als een externe omstandigheid of gebeurtenis veranderen zou. Zodoende zie je de bron van verlossing voortdurend buiten jezelf. Elke grief die je koestert is een verklaring, en een bewering waarin jij gelooft, die zegt: ‘Als dit anders was, zou ik verlost zijn.’ Zo wordt de voor verlossing noodzakelijke verandering van denken van alles en iedereen verlangd behalve van jouzelf.

11 maart 2019

Les 70. Mijn verlossing komt van mij.

Les 70. Mijn verlossing komt van mij.

Mijn verlossing komt van mij.

1. Elke verleiding is niets anders dan een of andere vorm van de primaire verleiding het idee van vandaag niet te geloven. Verlossing schijnt overal vandaan te komen, behalve van jou. Hetzelfde geldt voor de oorsprong van schuld. Jij ziet niet dat zowel schuld als verlossing zich in je eigen denkgeest bevinden en nergens anders. Wanneer jij inziet dat alle schuld alleen maar een uitvinding is van je denkgeest, zie je ook in dat schuld en verlossing zich op dezelfde plaats moeten bevinden. Door dit te begrijpen word je verlost.
2. De ogenschijnlijke prijs voor het accepteren van het idee van vandaag is deze: het betekent dat niets buiten jou je kan verlossen, niets buiten jou je vrede kan geven. Maar het betekent ook: niets buiten jou kan je kwetsen, je vrede verstoren, of jou op enige manier van streek maken. Het idee van vandaag stelt jou aan het hoofd van het universum, een plaats waar jij thuishoort op grond van wat jij bent. Dit is geen taak die je maar ten dele kunt aanvaarden. En je zult nu zeker wel beginnen in te zien dat het aanvaarden daarvan verlossing betekent.

10 maart 2019

Les 69. Mijn grieven verbergen het licht van de wereld in mij.

Les 69. Mijn grieven verbergen het licht van de wereld in mij.

Mijn grieven verbergen het licht van de wereld in mij.


1. Niemand kan zien wat jouw grieven verhullen. Omdat je grieven het licht van de wereld in jou verbergen, staat eenieder in duisternis, en jij staat naast hem. Maar zodra de sluier van je grieven wordt opgelicht, word jij samen met hem bevrijd. Deel je verlossing nu met hem die naast jou stond toen je in de hel was. Hij is jouw broeder in het licht van de wereld dat jullie beiden verlost.
2. Laten we vandaag opnieuw een oprechte poging doen het licht in jou te bereiken. Laten we, voordat we hier in onze langere oefenperiode aan beginnen, er verscheidene minuten voor uittrekken om te overdenken wat we proberen te doen. We trachten letterlijk in contact te komen met de verlossing van de wereld. We proberen achter de sluier van duisternis te kijken die haar verborgen houdt. We proberen de sluier te laten oplichten en de tranen van Gods Zoon in het zonlicht te zien verdwijnen.

1 maart 2019

Les 60. HERHALING les 46 - 50.




Deze ideeën zijn er om vandaag te herhalen:

1. (46) God is de Liefde waarin ik vergeef.


God vergeeft niet, omdat Hij nooit veroordeeld heeft. Wie onschuldig is, kan niet beschuldigen, en wie zijn onschuld heeft aanvaard, ziet niets om te vergeven. Toch is vergeving het middel waardoor ik mijn onschuld zal herkennen. Ze is de weerspiegeling van Gods Liefde op aarde. Ze zal me zo dicht bij de Hemel brengen dat Gods Liefde zich naar mij toe kan buigen en me kan opheffen naar Hem.

2. (47) God is de kracht waarop ik vertrouw.


Het is niet mijn eigen kracht waarmee ik vergeef. Het is de kracht van God in mij, welke ik me herinner wanneer ik vergeef. Wanneer ik ga zien, herken ik Zijn weerspiegeling op aarde. Ik vergeef alles omdat ik Zijn kracht in mij voel ontwaken. En ik begin me de Liefde te herinneren die ik verkoos te vergeten, maar die mij niet vergeten heeft.

3. (48) Er valt niets te vrezen.


Hoe veilig zal de wereld er voor mij uitzien wanneer ik haar kan zien! Ze zal in niets lijken op wat ik me inbeeld nu te zien. Alles en iedereen in mijn blikveld zal zich naar mij toewenden om mij te zegenen. Ik zal in iedereen mijn beste Vriend herkennen. Wat valt er te vrezen in een wereld die ik vergeven heb, en die mij vergeven heeft?

4. (49) Gods Stem spreekt tot mij, heel de dag.


Er is geen moment waarop Gods Stem ophoudt een beroep te doen op mijn vergevingsgezindheid om mij te verlossen. Er is geen moment waarop Zijn Stem niet mijn gedachten leidt, mijn handelingen richt, mijn voeten stuurt. Ik ga gestaag de waarheid tegemoet. Nergens anders kan ik heen, want Gods Stem is de enige Stem en de enige Gids die Zijn Zoon gegeven is.

5. (50) Ik word gedragen door de Liefde van God.


Wanneer ik luister naar Gods Stem, word ik door Zijn Liefde gedragen. Wanneer ik mijn ogen open, verlicht Zijn Liefde de wereld zodat ik kan zien. Wanneer ik vergeef, herinnert Zijn Liefde mij eraan dat Zijn Zoon zondeloos is. En wanneer ik de wereld bezie met de visie die Hij me heeft gegeven, herinner ik mij: ik ben Zijn Zoon.
Uit: Een cursus in wonderen, Werkboek les 60, Helen Schucman, Uitgeverij: Ankh Hermes.

28 februari 2019

Les 59. Herhaling les 41 - 45.




De volgende ideeën zijn er om vandaag te herhalen:

1. (41) God vergezelt me, waar ik ook ga.


Hoe kan ik alleen zijn als God mij altijd vergezelt? Hoe kan ik twijfelen en onzeker zijn over mezelf als volmaakte zekerheid in Hem rust? Hoe kan ik door iets verstoord raken als Hij in absolute vrede in mij woont? Hoe kan ik lijden als liefde en vreugde mij dankzij Hem omringen? Laat ik geen illusies koesteren over mezelf. Ik ben volmaakt, omdat God me vergezelt waar ik ook ga.

2. (42) God is mijn kracht. Visie is Zijn geschenk.


Laat ik vandaag niet op mijn eigen ogen vertrouwen om te zien. Laat ik bereid zijn mijn jammerlijke illusie van wat zien is, te verruilen voor de visie die door God geschonken wordt. De visie van Christus is Zijn geschenk, en Hij heeft mij die gegeven. Op dit geschenk wil ik me vandaag beroepen, zodat deze dag mij helpt de eeuwigheid te verstaan.

3. (43) God is mijn Bron. Los van Hem kan ik niet zien.


Ik kan zien wat God wil dat ik zie. Ik kan niet iets anders zien. Buiten Zijn Wil zijn er alleen illusies. Daarvoor kies ik wanneer ik denk dat ik los van Hem kan zien. Daarvoor kies ik wanneer ik probeer te zien met de ogen van het lichaam. Toch is de visie van Christus me geschonken om die illusies te vervangen. Met déze visie wil ik zien.

4. (44) God is het licht waarin ik zie.


In duisternis kan ik niet zien. God is het enige licht. Dus als ik wil zien, moet het wel via Hem zijn. Ik heb geprobeerd te definiëren wat zien is, en ik heb me vergist. Nu wordt het me gegeven te begrijpen dat God het licht is waarin ik zie. Laat ik visie welkom heten, alsook de vreugdevolle wereld die ze me tonen zal.

5. (45) God is de Denkgeest waarmee ik denk.


Ik heb geen gedachten die ik niet deel met God. Ik heb los van Hem geen gedachten, omdat ik geen denkgeest heb los van de Zijne. Als deel van Zijn Denkgeest zijn mijn gedachten de Zijne en Zijn Gedachten de mijne.
Uit: Een cursus in wonderen, Werkboek les 59, Helen Schucman, Uitgeverij: Ankh Hermes.

27 februari 2019

Les 58. Herhaling les 36 - 40.













Dit zijn de ideeën om vandaag te herhalen:

1. (36) Mijn heiligheid omsluit al wat ik zie.


Uit mijn heiligheid komt de waarneming van de werkelijke wereld voort. Nu ik vergeven heb, zie ik mezelf niet langer als schuldig. Ik kan de onschuld, die de waarheid over mij is, aanvaarden. Door begrijpende ogen gezien is de heiligheid van de wereld het enige wat ik zie, want ik kan alleen de gedachten die ik over mezelf koester als beeld voor me zien.

2 (37) Mijn heiligheid zegent de wereld.


De waarneming van mijn heiligheid zegent niet mij alleen. Al wat en wie ik zie in haar licht, deelt in de vreugde die ze mij brengt. Er is niets wat buiten deze vreugde staat omdat er niets is wat mijn heiligheid niet deelt. Wanneer ik mijn heiligheid herken, straalt ook de heiligheid van de wereld uit, zodat iedereen die kan zien.

3. (38) Er is niets wat mijn heiligheid niet kan.


Mijn heiligheid is in haar genezende kracht onbeperkt, omdat ze onbeperkt is in haar verlossende kracht. Wat is er anders dan illusies om van te worden verlost? En wat zijn alle illusies anders dan valse ideeën over mijzelf? Mijn heiligheid maakt ze alle ongedaan door de waarheid over mij te bevestigen. In aanwezigheid van mijn heiligheid, die ik deel met God Zelf, verdwijnen alle afgoden.

4. (39) Mijn heiligheid is mijn verlossing.


Aangezien mijn heiligheid me van alle schuld verlost, betekent de erkenning van mijn heiligheid de erkenning van mijn verlossing. Het is ook de erkenning van de verlossing van de wereld. Als ik eenmaal mijn heiligheid heb aanvaard, kan niets mij meer beangstigen. En omdat ik zonder angst ben, moet ieder delen in mijn inzicht, dat Gods geschenk is aan mij en aan de wereld.

5. (40) Ik ben als Zoon van God gezegend.


Hierin ligt mijn aanspraak op al het goede en louter het goede. Ik ben gezegend als Zoon van God. Al het goede is van mij, omdat God het mij heeft toebedacht. Ik kan geen verlies, ontbering of pijn lijden, op grond van Wie ik ben. Mijn Vader steunt me, beschermt me en leidt me in alles. Zijn zorg om mij is oneindig en vergezelt me altijd. Ik ben voor eeuwig gezegend als Zijn Zoon.
Uit: Een cursus in wonderen, Werkboek les 58, Helen Schucman, Uitgeverij: Ankh Hermes.

26 februari 2019

Les 57. Herhaling les 31 - 35.




Laten we vandaag deze ideeën herhalen:

1. (31) Ik ben niet het slachtoffer van de wereld die ik zie.


Hoe kan ik het slachtoffer zijn van een wereld die volledig ongedaan kan worden gemaakt als ik dat verkies? Mijn ketenen zijn los. Ik kan ze afwerpen, gewoon door dat te wensen. De gevangenisdeur staat open. Ik kan vertrekken door eenvoudig naar buiten te gaan. Niets houdt mij in deze wereld vast. Alleen mijn wens te blijven houdt me gevangen. Ik wil mijn waanzinnige wensen opgeven en eindelijk het zonlicht ingaan.

2. (32) Ik heb de wereld die ik zie bedacht.


De gevangenis waarin ik mezelf zie, heb ik gemaakt. Dit is het enige wat ik hoef in te zien en ik ben vrij. Ik heb mezelf wijsgemaakt dat het mogelijk is de Zoon van God gevangen te zetten. Ik heb me pijnlijk vergist in deze overtuiging, die ik niet langer wil. De Zoon van God moet eeuwig vrij zijn. Hij is zoals God hem geschapen heeft en niet wat ik van hem wilde maken. Hij is waar God wil dat hij is en niet waar ik hem gevangen dacht te houden.

3. (33) Er is een andere manier om naar de wereld te kijken.


Aangezien het doel van de wereld niet het doel is dat ik eraan heb toegeschreven, moet er een andere manier zijn om ernaar te kijken. Ik zie alles op z’n kop, en mijn gedachten zijn het tegendeel van de waarheid. Ik zie de wereld als een gevangenis voor Gods Zoon. Dan moet het wel zo zijn dat in werkelijkheid de wereld een plaats is waar hij kan worden bevrijd. Ik wil de wereld zien zoals die is, en wel als een plaats waar de Zoon van God zijn vrijheid vindt.

4. (34) Ik zou in plaats hiervan vrede kunnen zien.


Wanneer ik de wereld als een oord van vrijheid zie, besef ik dat ze de wetten van God weerspiegelt in plaats van de regels die ik bedacht waaraan zij moest gehoorzamen. Dan zal ik begrijpen dat daar vrede, en geen oorlog woont. En dan zal ik zien dat er ook vrede huist in het hart van allen die dit oord delen met mij.

5. (35) Mijn denkgeest is deel van Die van God. Ik ben heel heilig.


Terwijl ik de vrede van de wereld met mijn broeders deel, begin ik te begrijpen dat deze vrede diep in mij ontspringt. De wereld waarnaar ik kijk, heeft het licht van mijn vergeving aangenomen en straalt vergeving naar mij terug. In dit licht begin ik te zien wat mijn illusies over mezelf verborgen hielden. Ik begin de heiligheid van al wat leeft, mezelf incluis, te begrijpen en hun eenheid met mij te verstaan.
Uit: Een cursus in wonderen, Werkboek les 57, Helen Schucman, Uitgeverij: Ankh Hermes.